Wie is online

We hebben 315 gasten en geen leden online

Showcase

Beeldveld

Het deel van de scène dat door het objectief zichtbaar is. Een langere brandpuntafstand ge

Kanaal

De componentkleuren in een bepaalde kleurruimte. De kleurruimte RGB bestaat uit een rood, een gro

APS-C

APS-C sensor Een beeldsensor met afmetingen die overeenkomen met het APS-C formaat (22,5 x 15

De geschiedenis van de Fotografie

Fotografie is het met behulp van licht en andere vormen van straling vervaardigen van afbeeldingen v

Diafragmavoorkeuze

Diafragmavoorkeuze (Av) De belichtingsinstelling waarbij de fotograaf het diafragma instelt of

Gamut

Het kleurbereik dat kan worden uitgedrukt of weergegeven door een bepaald invoerapparaat (zoals e

Ruis

{aliases beeldruis} Ruis / Beeldruis Gegevens in een beeldbestand die geen deel uitmaken va

Lichtwaarde

Drukt de hoeveelheid gemeten licht uit, die bepaalt welke combinaties van sluitertijd en diafragm

Paard; Tinker

De Tinker is een klein, meestal bont paard. Er zijn ook effen Tinkers. Bont betekent dat het paard m

Over deze site

De website CameraHobby is gemaakt met de Open Source software van Joomla. En de template generator v

Witbalans

{aliases AWB} Het menselijk oog kan zich aanpassen aan veranderingen in de verlichting. Niet

Panoramafoto's maken

'Stitching' (letterlijk: vastnaaien of -nieten) is de Engelse term die vaak wordt gebruikt voor het

Scherptediepte

Het deel van de scène van voor naar achter dat op de foto als scherp wordt beoordeeld.

Wat is firmware?

Firmware is een klein softwareprogramma dat de functies en werking regelt van producten die worden a

Het Edelhert

Het edelhert (Cervus Elaphus), in jagersjargon roodwild, is een hertensoort dat voorkomt in Europa,

Tintcurve

Een aanpassing die plaatsvindt bij de nabewerking van een foto. Dit kan in de camera zelf of met

Verzadiging

Verzadiging is de densiteit van een kleur die is vastgelegd op de foto. Hoe hoger de verzadiging

Kleurbeheer

I. Inleiding: Kleurbeheer onzin of noodzaak? Wat is kleur? Kleurvisus is het vermogen van een org

CameraHobby! - de site voor de digitale hobbyfotograaf

Lieveheersbeestje

Algemeen

Lieveheersbeestje worden gekenmerkt door een ronde, zelfs vaak halfbolvormige vorm met korte pootjes die net als de kleine antennen onder het dek- en nekschild kunnen worden teruggetrokken.

lieveheersbeestje

De antennes zijn bij insecten de twee gelede sprieten die vanaf de kop boven of tussen de ogen ontspringen. De basisgeleding heet scapus, de tweede pedicel en de rest vormt het flagellum. Het aantal geledingen wisselt met de aard van het insect. De sprieten kunnen zintuigen van velerlei aard bevatten: zowel reuk- smaak- als tastzin of gehoor komen veel voor. Antennes zijn vaak behaard (veel zintuigen hebben ook een haarvorm). De vorm, kleur, beharing en het aantal geledingen van de antennes zijn belangrijke hulpmiddelen bij het determineren van veel soorten insecten.

De antennes moeten niet worden verward met de kaak- en liptasters of palpen, kleine gelede aanhangsels van de monddelen.

 

Ze hebben vaak rode, gele, witte en zwarte kleuren en zijn vaak gestippeld.

 

lieveheersbeestje

De grootte van de Nederlandse soorten ligt tussen 2 en 10 mm; in Nederland komen een zestigtal soorten voor. De kevers en de larven zijn meestal roofdieren van o.a. bladluizen(die vaak worden beschermd door mieren vanwege hun zoete afscheiding), maar er zijn ook lieveheersbeestjes met een plantaardig dieet.

De meeste lieveheersbeestjes leven ongeveer een jaar. Het aantal stippen zegt dus niets over de leeftijd. De kleur en de vlekken op de dekschilden spelen wel een belangrijke rol bij het op naam brengen van de verschillende soorten lieveheersbeestjes.

 

Kenmerken

Net als de boktorren, de snuitkevers, de bladhaantjes en de loopkevers, maken de lieveheersbeestjes (Coccinellidae) deel uit van de orde van de kevers (Coleoptera). Deze insecten zijn te herkennen aan de aanwezigheid van dekschilden, een stevig en ondoorschijnend omhulsel dat ontstaan is door de omvorming van de voorvleugels, waaronder zich de vliesvleugels bevinden (coleos = etui).

Lieveheersbeestjes kunnen soms sterk gelijken op andere kevers of zelfs op sommige wantsen. Het zorgvuldig kijken naar de 'extremiteiten' (poten, antennes, monddelen) kan nuttig zijn bij het vermijden van verwarring tussen lieveheersbeestjes en andere kevers met gevlekte en gekleurde dekschilden. Een voorbeeld van gelijkende kevers zijn de mierenzakkevers uit de familie bladhaantjes. De tarsen van lieveheersbeestjes zijn cryptotetrameer, wat betekent dat ze bestaan uit 3 goed zichtbare leden en een uiterst klein, vierde lid dat verborgen zit tussen de 2 lobben van het tweede lid. De antennen bestaan uit 8-11 leedjes en zijn verbreed tot een knots aan het uiteinde. Het laatste lid van de kaaktasters is bijlvormig.

Antennes

De larven lijken van afstand op kleine rupsjes, maar hebben zes kleine looppootjes aan de voorzijde. Larven van veel soorten zijn stekel-achtig behaard en hebben felle gele en rode kleuren. De larven van verschillende soorten zien er vaak verschillend uit. De pop van een lieveheersbeestje lijkt een beetje op een druppel en is meer bruin van kleur.

Chemische afschrikking

Als je een lieveheersbeestje "pest" door zachtjes op hem te drukken dan produceert hij een gele vloeistof. Dit gedrag heet "reflexbloeden". De vloeistof (hemolymfe), die tevoorschijn komt bij het femoro-tibiale gewricht van de poten, heeft een kwalijk geurtje en smaakt erg bitter. Vogels die een lieveheersbeestje oppakken proeven dit bloed en laten hem dan soms snel vallen. Het rood met zwarte kleurpatroon is dan ook te beschouwen als een waarschuwing. Dit ziet men vaak bij insecten of andere dieren die hun giftigheid of vieze smaak adverteren door een felle kleur en wordt aposematische kleuring genoemd. De vieze smaak wordt veroorzaakt door een alkaloïde dat per lieveheersbeestje verschilt. Er is aangetoond dat deze vloeistof van het zevenstippelig lieveheersbeestje giftig is voor koolmeeskuikens. Die van het tweestippelig lieveheersbeestje niet.

Veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje

Lieveheersbeestjes worden o.a. gebruikt om bladluizen op een natuurlijke manier te bestrijden (bio-tuinbouw). Een om deze reden ingevoerde Aziatische soort, het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje (Harmonia axyridis (Pallas)) blijkt een invasieve soort die in Europa inmiddels vaste voet heeft gekregen en o.a. in Engeland (voor het eerst waargenomen in 2004), België en Nederland voorkomt. Ze hebben veel verschillende mogelijke tekeningen, van vrijwel oranje tot vrijwel zwart, maar zijn herkenbaar aan de zwarte 'M'-vormige tekening op het halsschild (pronotum) en het van achteren vaak wat geplooide of gedeukte rugschild (elytrum). De verspreiding wordt wetenschappelijk bestudeerd. Het veelkleurig Aziatisch lieveheersbeestje is een agressief roofdier en bij gebrek aan luizen worden ook andere soorten lieveheersbeestjes, rupsen en vlindereitjes opgegeten, waardoor ze een bedreiging vormen voor de inheemse soorten.

Etymologie

De naam lieveheersbeestje is een herinnering aan de tijd dat de Germanen in Europa gekerstend werden. De bestaande Germaanse naam voor het kevertje, Freyafugle, vogel van de godin Freya, werd verchristelijkt tot onzelievevrouwebeestje of lieveheersbeestje. De eerste vertaling leeft voort in het Duits (Marienkäfer) en Engels (ladybird of ladybug ); de tweede in het Nederlands en Frans (bête à bon Dieu, al is coccinelle gebruikelijker). De Franse naam is in het Iers verbasterd tot bóín Dé, wat ook Gods koetje kan betekenen.

Streeknamen

  • Nederlands; kapoentje, oliebeestje, stippelbeestje, zonnekoekje
  • Brabants; boerinnetje, boterbeestje, fowieltje, hemelbeestje, hennetje, kezenmolletje, jezusjesbeestje, koffiekuikentje, liefhennetje, liefvrouwebeestje, liefvrouwemuisje, lieve marijtje, lieveheerhennetje, lieveheerspaardje, lievehereminnetje, lievelammetje, mariabeestje, poppennonnetje, eerebeestje
  • Fries; krûpelhintsje, ingeltsje, earmpiekje
  • Limburgs; sjmautwurmke, (s)-levenierepaerdje, hemelbeestje, pimpernelletje, smoutwormpje, tierenhennetje, vliegmusje, onzelievevrouwpulletje, mulderinnetje, molentandje, muuëletêntje, (Weert), moedergodssterretje, lieveherebolletje, kevelewormpje, kaevelebieësje (Nederweert), draaihennetje, goudbeestje, hemellammetje, oliebeestje, (s)-lievrouwbiske (Sint-Truiden), slivveniersbieske (Maastricht), oliebeestje
  • Nedersaksisch; kukeluusjen, kukeluutjen (Nunspeets), kukelesaantje (Bunschoten), keukediefien, kukediefien (Urkers), koekediefje (Kampens), koekediefien (Kampers), mariabeestje, zönnekuukske (Twents), zönnekuuknje (Rijssens), kroontien, herenhoentien (Stellingwerfs), laiveneertiekje (Gronings), armmarmottie (Drents)
  • Vlaams; (onze)lieveheer(s)(e)beestje, (onze)lievevrouw(e)beestje, piempampoentje, hemelbeestje, pieternel(letje), pieternellebeestje, piepauw(tje), piepebontje, pimpajoen(tje), pimpaljoen(tje), pimpompulletje
  • Zeeuws; kok'aentje, kok'aontje, lieve vrouwke, lie:vevrouwebêêstjen, pàpoe:nebêêsje, pampoe:ntje, piempampoe:ntje, pieternelleke, pimpampoe:ntje
Bron Wikipedia