Wie is online

We hebben 214 gasten en geen leden online

CameraHobby! - de site voor de digitale hobbyfotograaf

Begrippen - A B C D

Artikelindex

A

Aliasing
Trapjes- of kartelvorming op diagonale randen van objecten. Dit verschijnsel ontstaat doordat vierkante pixels worden gebruikt om het beeld op te bouwen. Dit ongewenste effect kan worden verminderd met behulp van anti-aliasing. Hierbij worden de contrastwaarden van de aangrenzende pixels opnieuw berekend en op elkaar afgestemd.

Aanpassen van kleurversterking
Aanpassen van kleurversterking kan worden gebruikt om een kleurzweem te compenseren of aan te passen.

Adobe RGB
De RGB werkruimte van Adobe Systems. Het RGB kleurenspectrum van Adobe is redelijk groot. Het bevat de meeste kleuren die vandaag de dag met standaard uitvoersystemen zijn te reproduceren en wordt beschouwd als standaard professionele kleurruimte voor het converteren en opslaan van afbeeldingen. Zie ook Kleurruimte

AE (Automatische belichting)
De mogelijkheid van een camera om zich automatisch aan te passen en de juiste hoeveelheid licht op de beeldsensor of film te ontvangen zodat de juiste belichting wordt bereikt.

AF hulplicht
Auto Focus hulplicht – een lichtstraal, vaak rood van kleur, die door de camera wordt uitgezonden om bij weinig omgevingslicht te helpen met het scherpstellen.

AF punt
Auto Focus punt – het punt waarop de camera zal scherpstellen. Dit punt is vaak zichtbaar in de beeldzoeker.

AI Focus
Een methode van scherpstellen die automatisch kiest tussen One Shot en de AI Servo methoden van scherpstellen. Voor beginnende fotografen is dit een goede methode van scherpstellen en u treft deze methode dan ook alleen aan op consumentenmodellen, zoals de EOS 450D en EOS 40D.

AI Servo
Een methode van scherpstellen waarbij de camera continu bewegende onderwerpen volgt en probeert om het scherpstelpunt te voorspellen.

Afstandsbediening via kabel
Een afstandsbediening die is voorzien van een kabel met schakelaar of bedieningsknop om de ontspanknop van de camera te activeren zonder de camera te bewegen of van positie te laten veranderen. Wordt vaak gebruikt in combinatie met een statief en lange sluitertijden wanneer trillingen of vibraties kunnen resulteren in onscherpe opnamen.

ASIC - Application-Specific Integrated Circuit
Een chip die is ontworpen voor een specifieke toepassing. Wordt in digitale camera's gebruikt om snel de vastgelegde beeldgegevens te verwerken.

APS-C sensor
Een beeldsensor met afmetingen die overeenkomen met het APS-C formaat (22,5 x 15 mm). Wordt gebruikt in veel Canon D-SLR (Digital Single Lens Reflex) modellen voor consumenten.

APS-H sensor
Een beeldsensor met de afmetingen 28,7 x 19,1 mm – wordt momenteel gebruikt bij camera’s uit de professionele EOS-1D serie.

Architectuurobjectief
Een objectief dat is ontworpen voor architectuurfotografen. In Canons terminologie kunnen architectuurobjectieven of TS (Tilt and Shift) objectieven of objectieven als de EF 28mm f/2.8 zijn. TS objectieven hebben een objectiefbehuizing die kan kantelen of in zijwaartse richting verschuiven, zodat de fotograaf bij het fotograferen van gebouwen vervormingen als scheeflopende verticale lijnen kan corrigeren.

Automatisch belichtingstrapje (AEB)
De functie om automatisch een serie opnamen te maken met een belichting boven, onder en met de ‘juiste’ belichting.

Automatische belichtingsvergrendeling (AE lock)
Wanneer de camera is ingesteld voor automatische belichting, dan zal de belichting continu worden aangepast aan de veranderingen in het omgevingslicht. Maar soms is het praktisch om de belichting te ‘vergrendelen’ op één specifieke instelling en de Automatische belichtingsvergrendeling is een gemakkelijke manier om dat te doen.

Auto ISO
Een ISO instelling waarbij de camera automatisch de geselecteerde ISO gevoeligheid aanpast om met een kortere sluitertijd te kunnen werken en om de invloed van cameratrillingen te reduceren.

Auto Lighting Optimizer (ALO)
Dit verbetert JPEG opnamen door het contrast en/of de helderheid te verhogen om de kleurrendering van het hoofdonderwerp te verbeteren.

Automatische witbalans (AWB)
Deze functie beoordeelt elk beeld en past de kleurbalans aan om te zorgen dat witte delen ook als wit worden gereproduceerd. Voor de meeste belichtingscondities geldt dat u standaard deze instelling kunt gebruiken.

Auto focus (AF)
Een functie van de camera waarbij het objectief automatisch scherpstelt.

AVI -Audio Video Interleave
Microsoft-indeling voor videobestanden.

 

B

Basisprogramma’s
De basisprogramma’s vormen een set volledige automatisch functies die de instellingen van de camera optimaliseren voor bepaalde typen opnamen en foto’s. Tot de basisprogramma’s behoren Volledig automatisch – een instelling voor algemeen gebruik, die soms wordt aangegeven met een ‘groen vlakje’ – terwijl andere programma’s worden aangegeven met pictogrammen voor specifieke activiteiten, bijvoorbeeld Sport, Portret en Landschap. Het programma Volledig automatisch is een goed standaard programma als u niet zeker weet welk programma u het beste kunt gebruiken.

Battery Grip
Voor veel D-SLR camera’s is als accessoire een battery grip verkrijgbaar. Battery grips bieden plaats aan extra batterijen, zodat u langer kunt fotograferen. Daarnaast zijn ze vaak uitgevoerd met extra schakelaars en bedieningsknoppen om de bediening van de camera in portretstand gemakkelijker te maken. Omdat ze een grotere greep hebben, kunnen ze ook comfortabeler zijn voor fotografen met grotere handen of een extra tegengewicht vormen wanneer grotere objectieven worden gebruikt.

Beeldcirkel
Objectieven projecteren een cirkelvormige lichtbaan op het deel dat in beslag wordt genomen door de beeldsensor of de film. De beeldcirkel moet groter zijn dan de sensor of de film, want anders zal het resultaat cirkelvormig met donkere hoeken zijn. Bij een volbeeld (24x36mm) camera heeft de beeldcirkel een diameter van 43mm.

Bediening op afstand
Wordt ook afstandsbediening genoemd. Een afstandsbediening stelt u in staat de ontspanknop te activeren zonder er op te drukken. Dit kan met een kabel of draadloos gebeuren.

Beeldsprong
Stelt de fotografen in staat door een serie opnamen te ‘springen’ wanneer ze op het LCD-scherm worden bekeken. Dit in plaats van de opnamen één voor één te bekijken.

Beeldbescherming
Door via het menusysteem van de camera de functie Beeldbescherming in te schakelen, wordt voorkomen dat opnamen per ongeluk worden gewist.

Beeldschermkalibratie
Wanneer u een digitale opname op een beeldscherm bekijkt, is de kwaliteit afhankelijk van in welke mate het beeldscherm is gekalibreerd. Hoe goed het contrast en de kleuren op het scherm overeenkomen met datgene wat de camera heeft vastgelegd, is afhankelijk van de kalibratie (of afstemming) van het beeldscherm.

Beeldruisverwerking
Een technologie om de invloed van ‘beeldruis’ op de beeldkwaliteit te reduceren.

Beeldsensor
In elke digitale camera bevindt zich in plaats van een film een digitale beeldsensor. Dit bestaat uit een groep lichtsensoren die in rastervorm zijn opgesteld en die het invallende licht vastleggen. De beeldsignalen die door het invallende licht worden geproduceerd, worden vervolgens verwerkt tot het digitale beeld.

Beeldveld
Het deel van de scène dat door het objectief zichtbaar is. Een langere brandpuntafstand geeft een kleiner beeldveld en een kortere brandpuntafstand zorgt voor een groter beeldveld.

Belichting
Belichting is de hoeveelheid licht die tijdens het maken van de foto op de beeldsensor of de film valt. De belichting wordt beïnvloed door de sluitertijd, het diafragma en ook door de ISO instelling.

Belichtingstrapje
Maakt een serie opnamen onder, met en boven de berekende belichtingsinstelling om zo een goed resultaat te krijgen. EOS camera’s zijn uitgevoerd met een automatisch belichtingstrapje (AEB).

Belichtingscompensatie
De belichtingscompensatie is een aanpassing van de belichting die door de camera werd vastgesteld als de ‘juiste’ belichting.

Belichtingsvergrendeling
De belichtingsvergrendeling slaat de berekende belichtingswaarde op. Als u wilt scherpstellen op een ander onderwerp binnen het beeldveld en daarvoor dezelfde belichting wilt gebruiken, dan kunt u met de knop voor belichtingsvergrendeling op de achterzijde van de camera de belichting ‘vastzetten’ zodat u de vrijheid houdt op een ander onderwerp scherp te stellen.

Beeldzoeker
Het deel van de camera waar u doorheen kijkt om de compositie vast te stellen en een foto van uw onderwerp te maken.

Beeldzoeker uitschakeling
Wanneer een foto wordt gemaakt, zal de beeldzoeker tijdelijk ‘op zwart gaan’ want de spiegel beweegt zich uit de lichtbaan om het licht door te laten naar de sensor of de film. Een korte uitschakeltijd geeft aan dat de spiegel sneller terug is, zodat de gebruiker na het maken van de foto het onderwerp weer eerder door de beeldzoeker ziet.

Beeldzoeker met oogcorrectie
Een aanpassing die het voor brildragende fotografen mogelijk maakt een beeldzoeker te kiezen met de juiste correctiewaarde.

Bitdiepte
Het aantal bits dat wordt gebruikt om kleur uit te drukken. Wordt ook wel kleurdiepte genoemd. De bitdiepte bepaalt de hoeveelheid kleurinformatie in een afbeelding. Hoe groter de bitdiepte, hoe groter het aantal kleuren en hoe fijner de kleurverlopen die weergegeven kunnen worden. De bitdiepte kan verwijzen naar het aantal bits per kanaal of naar de gecombineerde bitdiepte voor alle kanalen samen. Een afbeelding met een bitdiepte van acht bits per kanaal heeft dus een totale bitdiepte van 24 bits. Een afbeelding met een bitdiepte van één bit bevat slechts twee kleuren, gewoonlijk zwart en wit, zonder verlopen ertussen. Zie ook Kanaal.

Blooming
Zie Streepvorming

Brandpuntsafstand
Het belangrijkste kenmerk van een lens is de brandpuntsafstand. In optische termen is dit de afstand tussen de lens en de film of sensor wanneer u heeft scherpgesteld op een onderwerp in de verte. In fotografische termen geeft het u een indruk van de grootte van de opname in relatie tot de afstand van het onderwerp.

Buffer
Een buffer is een tijdelijk geheugen voor het opslaan van nog niet verwerkte beeldgegevens tot deze kunnen worden verwerkt door de processor in de camera of kunnen worden weggeschreven naar een geheugenkaart.

Buffercapaciteit / Maximale reeks
Het aantal opnamen dat u kunt maken voordat de geheugenbuffer van de camera vol is.

 

C

CCD - Charge-Coupled Device
Een lichtgevoelige, halfgeleidende sensor die optische signalen (licht) omzet in elektrische signalen. Wordt in digitale fotocamera's, digitale videocamera's en mobiele telefoons met een camera gebruikt om beelden vast te leggen.

Clipping
Het percentage pixels aan beide uiteinden van de curve die wegvallen als het contrast automatisch wordt aangepast. Zie ook Tooncurve.

CMS
Zie Kleurbeheersysteem.

CMYK
Een reflectief (subtractief) kleurmodel dat gewoonlijk wordt gebruikt voor afdrukken. Hierbij worden kleuren samengesteld met behulp van combinaties van de drie secundaire inktkleuren die een printer gebruikt, te weten cyaan (C), magenta (M) en geel (Y van Yellow). Aangezien geen enkele combinatie van deze drie inkten echt zwart oplevert, wordt ook zwarte inkt (K van blacK) gebruikt.

CMY / CMYK prints
In theorie kunnen kleurenafbeeldingen worden geprint met slechts drie inktkleuren – cyaan, magenta en geel (CMY). In de praktijk zal het zwart dat het resultaat is van het mengen van deze drie kleuren een donkerbruine kleur opleveren in plaats van echt zwart. Om dit probleem op te lossen, wordt zwarte inkt (K) toegevoegd en heeft u zo een vier kleuren CMYK printer met een vier kleuren printproces. Door een afzonderlijke zwarte inkttank te gebruiken, zal bij het printen van tekst minder van de andere drie kleuren worden gebruikt. Zwart wordt niet aangegeven met de letter B (in het Engels Black) want dat kan verwarrend zijn met blauw. Daarom wordt de letter K gebruikt. De volledige aanduiding is dan het CMYK systeem.

CMOS - Complementary Metal Oxide Semiconductor
Lichtgevoelige sensor. Verschilt van een CCD doordat elk pixelelement van de CMOS-sensor afzonderlijk kan worden gelezen.

ColorSync
Een kleurbeheersysteem voor Mac OS, ontwikkeld door Apple. Zie ook Kleurbeheer systeem, ICC.

CompactFlash™-geheugenkaart
Een kleine, verwisselbare flashgeheugenkaart. Wordt gebruikt voor de opslag van foto's in sommige digitale camera's van Nikon.

Compressie
Een methode om de bestandsgrootte te verkleinen voor opslag of overdracht. Er bestaan twee soorten compressie-algoritmen: algoritmen 'zonder verlies', zoals LZW, waarbij geen enkele informatie verloren gaat wanneer de oorspronkelijke grootte van de bestanden wordt hersteld voor weergave of bewerking, en algoritmen 'met verlies', zoals JPEG, waarbij een deel van de informatie verloren gaat wanneer het bestand wordt hersteld. Zie ook JPEG, TIFF.

Contrast
Contrast is het bereik aan kleurtinten dat zichtbaar is op een foto. Als het contrast laag is, zal de foto er vlak en saai uitzien maar wellicht veel schaduw en lichte details tonen. Een bijkomend effect is dat de opname ook zachter zal overkomen. Als het contrast hoog is, ziet het onderwerp er krachtiger en waarschijnlijk scherper uit. Een nadeel is dat de subtiele nuances in schaduwen en in lichte partijen verloren zullen gaan.

Creatieve programma’s
Tot de creatieve programma’s behoren P (Programma), Tv (Sluitertijdvoorkeuze), Av (Diafragmavoorkeuze) en M (Handbediening). Sommige camera’s hebben ook de programma’s A-DEP (Automatische scherptediepte) en Bulb.

Crop (vergrotings) factor
De crop factor is een schijnbare vergroting die zich bij een bepaalde brandpuntafstand voordoet als de beeldsensor kleiner is dan het volbeeld formaat (24x36mm). Een APS-C sensor heeft een crop factor van circa 1,6x. Een APS-H sensor haalt een crop factor van circa 1,3x.

Curve
Zie Tooncurve.

 

D

Deelmeting
Een meetmethode waarbij de camera de hoeveelheid licht binnen een scène bepaalt. Een deelmeting meet het licht in een cirkel in het midden van de scène en deze cirkel maakt circa 10-15% van het gehele beeld uit.

Diafragma
De grootte van de opening in een objectief waarmee wordt bepaald hoeveel licht door het objectief de beeldsensor of de film kan bereiken. De meeste objectieven hebben een irisdiafragma dat bestaat uit een aantal elkaar overlappende metalen lamellen. Deze zijn zo gerangschikt dat ze in het midden een opening, het diafragma, vrij laten waardoor het licht kan passeren. Afhankelijk van het brandpuntsafstand van de lens, kan de diameter van het diafragma verschillen. Zo kan het dus zijn dat zijn dat bij een brandpuntsafstand van 50mm en het diafragma 8 de diameteropening 7mm is en bij een brandpuntsafstand van 100mm de diameter van het diafragma 11mm is. Dat komt omdat een lens met een langere brandpuntsafstand meer lichtverlies heeft. De standaard diafragma waarden die je op de camera of lens tegen komt zijn: f1; f1,4; f2; f2,8; f4; f5,6; f8; f11; f16; f22; f32. Elke stap hoger of lager betekent dat er 2x zo weinig of 2x zoveel licht op de film of chip valt. Hoe groter het f-getal, hoe kleiner de opening en hoe minder licht er op de chip valt! Bij veel camera's en lenzen kun je ook tussenliggende waarden instellen.

Diafragmavoorkeuze (Av)
De belichtingsinstelling waarbij de fotograaf het diafragma instelt of de prioriteit geeft en waarna de camera automatisch de sluitertijd aanpast om de juiste belichting te verkrijgen. Canon gebruikt de Engelstalige afkorting ‘Av’ van ‘Aperture value’.

DIGIC / D!GIC (Digitale ImaginG IC)
Een door Canon ontworpen digitale beeldprocessor voor het verwerken van beeldgegevens in Canon digitale camera’s. De beeldprocessor combineert de functies van een aantal afzonderlijke verwerkingsunits om de gegevens sneller te kunnen verwerken, ruimte te besparen en het energieverbruik te reduceren.

Digital Photo Professional (DPP)
De veelzijdige editing software van Canon die wordt meegeleverd met digitale EOS camera’s. Een krachtig toepassingsprogramma dat Canon RAW opnamen converteert naar de standaard bestandsformaten en een groot aantal mogelijkheden biedt voor het bewerken van foto’s.

Digital Single Lens Reflex (DSLR)
Een camera met een enkelvoudige spiegelreflex lens (SLR) is een camera waarbij u het onderwerp door het objectief bekijkt. Een digitale SLR gebruikt een digitale beeldsensor in plaats van een film om de opnamen vast te leggen en heeft meestal verwisselbare objectieven.

DPI/dpi
Dots (punten) per inch. Een maateenheid voor resolutie. Hoe meer dots per inch, hoe hoger de resolutie. Zie ook ppi, Resolutie.

Drempel
De maximale waarde waarbij Onscherp masker wordt toegepast. Hoewel gewoonlijk geldt dat hoe hoger de drempel is, hoe meer verscherping wordt toegepast, hangt het exacte effect af van andere instellingen voor Onscherp masker, zoals de halobreedte. Zie ook Halobreedte, Onscherp masker.

Dust Delete Data
Deze functie registreert de grootte en de positie van stofdeeltjes die zich hebben vastgezet op de beeldsensor en voegt deze informatie toe aan de fotobestanden. De Canon Digital Photo Professional software kan deze informatie lezen en de vlekjes verwijderen die door de stofdeeltjes worden veroorzaakt.

Dynamisch bereik
Het bereik aan kleurtinten van donker naar licht dat een camera kan vastleggen. Een groot dynamisch bereik heeft meestal de voorkeur, want op het eindresultaat blijven details in de schaduwpartijen en lichte delen zichtbaar.